De Nederlander Jeroen Doorenweerd verrijkte de Museumtuin met op het eerste gezicht een sculptuur die de gelijkenis vertoont met een indrukwekkende tafel of een loopbrug die als een staketsel een imaginair podium biedt op de activiteiten van het Museum. Deze tuinsculptuur is echter ontstaan vanuit een rationele analyse van de architectuur van het Museum. Doorenweerd projecteerde de vloer-hoogte en de lengte van de grote vierkanten van de Museumzaal in de eenvoudige vorm van een losstaande houten sculptuur. Dit feitelijk en verifieerbaar kunstwerk is gedrenkt in een minimale geest: het snijdt hoedanook de tuin middendoor en funktioneert zijdelings in de traditie van iemand als Carl Andre, als een 'plaats' in de ruimte. (Luk Lambrecht: accenten verschuiven, catalogus accenten van een verzameling, deel II, Museum Dhondt-Dhaenens- Deurle, 1996)
terug naar boven