Een zwembad. Dat was het antwoord van Jeroen Doorenweerd op de vraag om een kunstwerk in een gevangenis in het Nederlandse Vught. Het idee leidde tot controverse in het zwaarbeveiligde instituut, met als resultaat dat het bad gerealiseerd werd, maar van hogerhand niet gebruikt mag worden. Voor de ontwikkeling van het idee en de realisatie ervan, was de strategie van Jeroen Doorenweerd cruciaal. Hij liet zich opsluiten om zelf te ervaren wat het betekent om gevangen te zijn. Verder onderzoek naar de penitentiaire inrichting en de omgeving ervan, leerde dat een recreatiegebied nabij ligt: een groter onderscheid was in zijn beleving nauwelijks denkbaar. Zo ontstond het plan om door middel van de kunst een plaats te creëren waar een gevangene even vrij zou kunnen zijn. Een plek 'waar je de wind ziet waaien, de zon ziet schijnen en de wolken voorbij ziet trekken'. Maar vrijheid is een perspectief dat je langgestraften niet kunt bieden. Een ander panorama wel en Doorenweerd beoogde 'een soort oase voor de zintuigen waar de altijd aanwezige architectuur en de sociale dwangbuis even onzichtbaar en onvoelbaar zijn'. Naar eigen zeggen was het de mythe van het kunstenaarschap die het hem mogelijk maakte in te breken in het hermetisch gesloten gevangenissysteem. Door bij de ene partij de waarden van de kunst te benadrukken, en de andere te wijzen op de mogelijkheid van extra sportbeoefening, kreeg hij het gerealiseerd. Eenmaal gebouwd overstijgt het de betekenissen die Doorenweerd met de betrokkenen afzonderlijk creëerde, waarover hij opmerkte: 'al mijn werk heeft die dubbelheid die dwingt tot verscherpt waarnemen.'. In de praktijk wordt het buitenbad overigens wel gebruikt. Dat is sympathiek. Vanuit het perspectief van de kunst is vooral de combinatie met het beeld van belang: een blinkend blauw oppervlak onder de blote hemel en alles wat dat oproept: de schittering van het water op een mooie dag en de geluiden die daarbij horen, een referentie aan vreugde. Juist dat sprankelende denkbeeld wilde Doorenweerd inbrengen in deze uiterst gesloten en gecontroleerde omgeving waar persoonlijke vrijheid noodgedwongen tot een minimum is teruggebracht. Het bad valt op tussen andere kunstwerken in Vught, maar ook in het oeuvre van Doorenweerd zelf. De overeenkomst met ander werk schuilt in zijn aanpak: in de manier waarop hij het idee ontwikkelde uitgaande van de situatie, en zijn interventie in het systeem om het gerealiseerd te krijgen. (Mariska van den Berg, catalogustekst Kultur Biënnale Münsterland)
Het wateroppervlak weerspiegelt de wolken en het prikkeldraad bovenop de muur. Karin Daan, adviseur van de rijksbouwmeester, noemt het 'echt Hollandse kunst, in de traditie van Mondriaan.' Toch is er geen twijfel over mogelijk: het blauw betegelde bassin met metalen trappetje is een zwembad aan de voet van een gevangenismuur. Een zwembad ontworpen door een kunstenaar en betaald met overheidsgeld voor kunst. 'Een Nederlands vrijheidsbeeld', noemt Jeroen Doorenweerd zijn zwembad. 'Al mijn andere werk heeft ook die dubbelheid die dwingt tot verscherpt waarnemen.' In de museumwereld is het presenteren van een gebruiksvoorwerp als kunst een gepasseerd station. Marcel Duchamp wekte in 1913 beroering door het tentoonstellen van een porseleinen urinoir. 'Ceci n 'est pas une pipe' (dit is geen pijp), schreef in de jaren dertig de surrealist Margritte in olieverf naast een geschilderde Pijp. 'Ceci est une piscine', lacht Doorenweerd. Dit is een zwembad. 'Zelf heb ik het gevangeniswezen altijd als zeer sober ervaren. Het was niet de bedoeling om ruchtbaarheid te geven aan het zwembad, 'maar het is uitgelekt', zegt de directeur. 'In het sobere beleid moet ik zeggen dat er niet in gezwommen mag worden, maar ik geef u de verzekering: als er iemand in valt, zal ik het niet verbieden.' Ineke Jungschleger, De Volkskrant