Zou het voor een theaterfestival niet interessant zijn om een nietsvermoedend publiek op het toneel te zetten? Toen Jeroen Doorenweerd voor het eerst van het Theater Festival Boulevard van ‘s-Hertogenbosch de opdracht kreeg om een alternatief te ontwerpen voor de manier waarop het festival zich op het centrale plein van de stad manifesteerde, hadden de opdrachtgevers geen flauw vermoeden dat zijn plan niet alleen een architectonische oplossing voor de logistieke problemen van het festival zou bieden, maar ook het onderscheid tussen waar het publiek begint en podium ophoudt zou doen vervagen. Doorenweerd is vier keer door het festival ingeschakeld (2000-2003), en elk jaar was zijn oplossing in feite een lichte aanpassing van hetzelfde ontwerp: een object met meerdere verdiepingen onder de naam Corridor, gebouwd van ruim 40 ton steigermateriaal, dat diagonaal op het centrale plein aan de voet van de Sint Jan verrees. Dit bouwsel bood niet alleen een logistiek alternatief aan de vele bezoekers van het festival, maar gaf ook meer ruimte voor de programmering: muziek, tentoonstellingen, een café, informatievoorziening, bistro’s, et cetera. Het bouwsel zelf vormde ook een achtergrond voor filmvoorstellingen in de avonduren en artistieke toepassingen door kunstenaars zoals JCJ Vanderheyden en Daniel Buren. Het belangrijkste was echter de verticale dimensie die ontstond bij de beleving van het festival zelf. Als constructie met meerdere verdiepingen creëerde Corridor een hiërarchie in de openbare ruimte, zonder de ‘openbaarheid’ geweld aan te doen: in 2000 bood de derde verdieping een adembenemend uitzicht op het stadscentrum en de gotische kathedraal, terwijl de tweede verdieping een ideale plek was om te gaan zitten wanneer het regende. Zo werd Corridor een echt openbaar eiland middenin de openbare ruimte.  In plaats van op straatniveau omtrekkende bewegingen te maken rond het festival, werden de bezoekers nu aangemoedigd om het bouwsel te beklimmen, waar ze onder het genot van een drankje de andere bezoekers van boven af konden bekijken. In 2003 oversteeg Corridor ten slotte de aanvankelijke verhouding tot de stad door niet meer diagonaal te rebelleren tegen het plein, maar het plein helemaal te vervangen, beslagleggend op het totale oppervlak. Omdat het festival steeds meer succes kreeg, werd Doorenweerd gedwongen om niet alleen groter te denken in termen van omvang, maar ook in termen van systematiek. Deze laatste editie was een waar staaltje evenwichtskunst, niet alleen tussen podium en publiek, maar ook qua logistiek, wat betreft de talloze bezigheden achter de schermen die de ruggengraat van het festival vormden. Vanaf toen heeft het festival z’n enkelvoudige vorm losgelaten en is zich gaan verbinden met diverse locaties in de stad, het stadsplein als een lege ruimte achterlatend. (Huib Haye van der Werf in monografie Jeroen Doorenweerd)
terug naar boven