foto's Eric Brinkhorst
Wanneer je het station in Enschede uitloopt, kom je op een stationsplein zoals er zo veel zijn in Nederland. Een plek voor bussen en verkeer, bordjes wijzen linksaf naar het museum en rechtsaf de binnenstad in. Maar wie die richtingen negeert en een stukje het spoor volgt, komt op een andere plek uit. Hier ligt het Willem Wilminkplein, opgeleverd in 2014. Het is een groot en enigszins omsloten plein, omringd door woningbouw met daaronder horeca en faciliteiten voor een muziekcentrum. En daar, midden op dat plein, is een grasveld met achterin een hoek die uit een andere tijd lijkt te stammen. Het is een grot met water, een klein stukje robuuste natuur dat niet strookt met de omringende functionaliteit.
Toch is het van dezelfde jonge makelij: dit is een kunstwerk van Jeroen Doorenweerd die het speciaal voor deze plek ontwierp. 'Vortex' heet het, en als je die technologische of futuristische titel niet zou weten, zou je het kunnen aanzien voor een kleine oase van romantiek. Het heeft veel weg van een grotto, een folly, een compleet nutteloos bouwseltje, iets wat enkel grillig is en eruit ziet alsof het uit iemands fantasie is ontsproten. Daarmee staat het in schril contrast met de gladde bakstenen omgeving. Is het een droom, een sprookje, een meteorietinslag, een molshoop van een monster dat je niet wilt tegenkomen? Doordat Vortex functionele definities ontglipt, brengt het dit nieuwe plein een gelegenheid waar niets hoeft of moet. Je kunt er gewoon zitten en niets doen en je fantasie de vrije loop laten zoals de kunstenaar dat hier ook heeft gedaan.
Die nutteloosheid deelt het met de follybouw die in de 18e eeuw geliefd raakte in Engelse landschapstuinen. Kleine bouwseltjes verspreid in het groen pasten bij het schoonheidsideaal van de pittoreske natuur. Pittoresk, picturesque, heette het esthetische verlangen dat maakte dat het landschap werd gemodelleerd naar de schilderkunst, niet andersom. Deze landschapstuinen werden daarom met veel variatie ontworpen, met glooiende lijnen, met voor het zicht daartussen zo'n relatief nutteloos bouwseltje. De klassieke tempietto was hiervan de meest opgeruimde variant, de meer donkere Romantiek zorgde ook voor grilliger varianten zoals ruïnes, grotten. Die grilligheid is te vinden hier in Enschede, alsof het geteletransporteerd is uit een heel andere tijd en plek. Zelfs de tweedimensionale blik richting de geschilderde natuur lijkt Doorenweerd te hebben overgenomen: Vortex heeft een vooraanzicht, alsof het leven een visueel decor is om te aanschouwen.
Kunst als vreemde eend in de bijt is een terugkerend motief in het werk van Doorenweerd. Als ruimtelijk kunstenaar ontwerpt hij kunstwerken die hun betekenis ontlenen aan de plek waarvoor ze bedacht zijn. Hij gebruikt plekken als decor waarop hij een verhaal vertelt met een visuele relatie waar hij spanning in aanbrengt. Dat geldt bijvoorbeeld voor zijn Draak in een nieuwbouwwijk in Hoorn die net zo keurig is als het Willem Wilminkplein, iets wat hij doorbrak door er een zeilboot in te zetten op een onwaarschijnlijke dunne hoge sokkel. De boot hoort er niet, en al helemaal niet op zo'n manier dat het boven het maaiveld uitsteekt. Zo schept hij spanning met een verhaallijn – wat doet dit hier, waar komen deze dingen vandaan?
Spanning was er nog veel meer in Doorenweerds bekende, misschien wel beruchte, zwembad in de penitentiaire inrichting in Vught. Kunst in gevangenissen heeft vaak een sociale vriendelijke functie, en daar was dit werk een uitzondering op: gedetineerden mochten er niet in baden. Het was kunst. Wat dat betreft heeft de bevolking van Enschede meer geluk, deze bron is wel begaanbaar en werd in de warme zomer van 2014 meteen in gebruik genomen door mensen die er verkoeling zochten. Ook in dit kunstwerk maakte Doorenweerd contrast een wezenlijk onderdeel: zo'n grillige natuurgrot met zijn barok-Romantische esthetiek hoort niet in een stad, niet in de Nederlandse natuur, en al helemaal niet op een nieuwbouwpleintje.
Maar Vortex is niet enkel een terugblik naar een verleden tijd. Zoals de titel al aangeeft, is het ook geïnspireerd op een natuurkundige kracht die een geliefd thema is in science fiction. Een vortex is een draaikolk die de omgeving naar zich toetrekt. Doorenweerd werkte hiervoor samen met gemeentelijk ontwerper Hans Schröder, om samen het hele plein te ontwerpen: gras en trap werden samen uitgetekend als onderdeel van het kunstwerk. Met schuine lijnen bewegen ze richting de grot die als zwaartepunt van het plein deze in beweging lijkt te zetten en opzuigt.
Vortexen zijn familie van draaikolken in water en van tornado's in de lucht. In de beeldcultuur zijn ze echter vooral bekend uit scifi-films die zich afspelen in verre sterrenstelsels. Daar zuigen ze materie op in zwarte gaten of spugen helden uit in parallelle universa. Ze doen alles op gewelddadige of verlossende wijze, als een portaal naar het onbekende. Dat soort buitenaardse toestanden hoort net zo min op een intiem ommuurd stadsplein als een 18e-eeuwse grottofolly. In het kunstwerk worden dat soort contrastrijke associaties een metafoor voor verbeelding, van het je overgeven aan de fantasie ergens anders te zijn. Dat is waar kunst voor kan dienen. Zo brengt Doorenweerd uiteindelijk verschillende beeldculturen samen: die van ruimtereizen en teletransportaties uit futuristische scifi-films naast het escapisme van een pre-industriële Romantiek. Al dat drama stolt hij in deze draaikolk. En het leek nog wel zo'n vriendelijk pleintje.
Sandra Smets