'In expressieve zin heeft Kunst het mogelijk gemaakt om dit nieuwe Groningse park boven het maaiveld te laten uitsteken, letterlijk. Opgroeiende kinderen kunnen er veilig verdwijnen in de plooien van Moeder Aarde, bloemenboeketten verzamelen die inheems zijn zoals in de tijd van de Verkade-albums en hun weg als met een onzichtbare hand terugvinden via het centrale witte pad. De kunstenaar, Jeroen Doorenweerd, heeft de rol mogen spelen van een natuurkracht, onbesuisd, onnavolgbaar maar betoverend. De landschapsarchitect heeft hiermee een danspartner gekregen die veel woester is dan het agrarisch landschap om de woonwijk heen. Hij heeft maar een rechte streep hoeven trekken door de deining van de kunstenaar, daarbij alle aangesneden heuvels doen stollen in wit beton.' (Paul Roncken, 'voorbij een brave nieuwe wereld')
'Doorenweerd vertelt dat hij heeft gezocht naar een manier om een reliëf te maken dat er niet ontworpen uitziet. ‘Ik logeerde hier in een soort drijvende bungalow. Op een gegeven moment scheen de zon op mijn bed en vielen mij de plooien in het laken op. Dat was precies wat ik zocht: een reliëf dat ongepland was en op bijna natuurlijke wijze was ontstaan.’ Hij vormde met laken en stijfsel een geribbeld oppervlak dat min of meer strookte met zijn vereisten. Daarvan maakte hij een wasafdruk die nog wat is bijgeschaafd. De hellingen bijvoorbeeld mochten niet te steil zijn, want dan zou de grasmaaimachine omkantelen. De maquette van was vormde de basis voor een digitaal 3D-model. ‘Lawrence Weiner, hè’, zegt Doorenweerd lachend. Hij citeert een tekstwerk van de Amerikaanse conceptualist: ‘A TRANSLATION OF ONE MATERIAL INTO ANOTHER’. (Dominic van den Boogerd, SPEEL, FIETS, KLIM, ZWEM, REN, ZON EN BEWONDER)